Paracas en Balestas islands

3 oktober 2019 - Península de Paracas, Peru

Maandag 30 september

Deze ochtend gaan Jerken  en  Paul samen ontbijten want ik heb darmproblemen gekregen vannacht. Ik blijf met een paracetamolletje nog wat langer in bed. Jerken en Paul gaan na het ontbijt Lima nog even in. Ze zoeken de kustlijn op van de Pacific Ocean. Ze wandelen over grote stenen en langs het strand. Om kwart voor  twaalf worden we door de man van de eigenaresse voor een schijntje naar het busstation gebracht. Met een behoorlijk luxe bus rijden we ruim 250 km in ruim 4 uur, over de Pan-American Highway zuidwaarts naar Paracas. Achter de hoofdweg ligt ons guesthouse. We moeten nog steeds een beetje aan de armoedige aanblik van de huizen. De voorkanten van huizen en straten  zijn  zanderig, grauw en meestal niet afgebouwd, maar we weten dat achter de voorkant het inmiddels verrassend leuk kan zijn.  Ons guesthouse is vandaag lichtgroen geschilderd maar bijna alles eromheen is half af. Eenmaal binnen, worden we verwelkomd door de Peruaanse eigenaresse die geen woord Engels spreekt. Haar man is Boliviaans en spreekt Engels. We hebben weer een 3 pers. kamer en de douche is heet! De wanden zijn van bordkarton maar dat mag de pret niet drukken. We frissen ons een beetje op en gaan Paracas bekijken. Het is een kleine vissersplaats met een levendige boulevard met eettentjes, tourbureautjes en souvenirs. We laten ons door 2 of 3 tourverkopers aanspreken. We moeten een tour regelen naar de Balestas eilanden en het Balestas nationale park. We hebben al snel een idee wat  het moet kosten en boeken voor morgen de tourtjes, dat is in ieder geval geregeld. Aangezien ik totaal geen honger heb, gaan Paul en Jerken samen eten. Ze zitten hoog in een leuk tentje wat uitkijkt op de zee. Jerken heeft zijn eerste gebakken languana (soort schol) te pakken. Hij vond het heerlijk. Rond een uur of 22.00 nog even op social media en de boel bijwerken.

Dinsdag 1 oktober

Omdat dit guesthouse geen ontbijt serveert, ontbijten we in een tentje aan de boulevard. Tegen half 9 moeten we ons verzamelen bij het tourbureautje. Vandaaruit lopen we naar de pier en gaan we in een boot met banken voor 40 pers. Reddingsvesten aan en we spuiten met 400pk vooruit. De temperatuur is goed, maar op het water met die snelheid zijn onze lichtgewicht en klein opvouwbare winterjassen van 17 euro bij de Primark, heerlijk warm. We varen naar de Balestas eilandengroep.  Ze staan op de Unesco lijst en worden ook wel de kleine Galapagos eilanden genoemd. Op de eilanden, waarop we niet mogen komen maar rustig omheen varen, bevinden zich enorme populaties  verschillende vogels, zeldzame Humbold pinguins, zeerobben, zeehonden, zeespinnen en krabben. De poep of guano, die zich opstapelt word door een bedrijf eens in de twee jaar van het eiland gehaald. We geloofden het niet, maar die poeplaag is na een jaar of twee wel tussen de 2  of 3 meter!!! dik.  De guano wordt duur verkocht als oa.grondverbeteraar. We kijken natuurlijk onze ogen uit en veel te vroeg  varen we weer terug naar de haven. Tegen elf uur hebben we weer vaste grond onder de voeten.  Aan het strand zien we vele pelikanen. We lopen erop af en we geven een oude man met een emmer vis een paar centen en zo staat Jerken pelikanen vis te voeren. Mooi voor de foto natuurlijk! Een kwartier later gaan we met een klein busje naar het Paracas National Park. Het is een heuvelachtig gebied. De rotsen zijn bedekt met een laag zout en mineralen. Door erosie van de wind van deze mineralen ontstaan prachtige kleurschakeringen  omdat er ijzer, koper, kwarts  en andere mineralen in de grond zitten. Het ziet eruit als mars, maar werkelijk prachtig. Er zijn geen beesten, er groeit niets en er kan niets leven want er is geen zoet water  binnen een straal van  160 km.  De zon schijnt uitbundig en onze gezichten zijn al aardig rood. De Engels sprekende Venezolaanse gids verteld honderd uit, hij is zo ontzettend enthousiast over het gebied. De corrupte regering verleent geen toestemming om het gebied verder te onderzoeken. Op de rotslaag waarop we lopen zijn fossielen van takken, bladeren, wortels van 360 miljoen jaar terug, maar ook van schelpen en dieren van 60 miljoen jaar geleden. Slechts 10% van deze fossielen zijn ontdekt. Er zijn vermoedelijk ca. 18 dorpen onder de bovenlaag, waarvoor geen toestemming wordt gegeven aan archeologen om ze op te graven. Er schijnen nog miljarden aan goud te vinden te zijn. We lunchen ergens in de middle of nowhere en rijden langzaamaan weer terug. Om 15.00 zijn we weer terug en pakken onze rugzakken in het guesthouse weer in en na een lekkere douche, stappen we om 17.00 in een luxe touringcar richting Nasca.

Foto’s

3 Reacties

  1. Joyce de Jongh:
    3 oktober 2019
    Wat zijn jullie toch een leuke en lieve familie! En stuk voor stuk zo'n mooie interessante reisverhalen!! Ben al vaak "met jullie mee geweest" geniet ze nog!
  2. Marina & Harry:
    3 oktober 2019
    Weer een mooi reisverslag en aansprekende foto’s. 👍
    Hopelijk gaat het ondertussen met Mo weer wat beter.
  3. Janny:
    11 oktober 2019
    mooi om telezen